VERLOREN VOORWERP: EEN VLECHT
Maandag 4 oktober, 14:43, Kerkstraat:
Ik moet twee keer kijken. Er ligt op straat een dikke vlecht tussen twee elastiekjes. Het uiteinde ligt uiteengewaaierd als een pony. Het lijkt op een pruikje. Een opklikbaar Lego Friends kapsel. Is er iemand in het voorbijgaan gescalpeerd?
Was de vlecht uit een doos gekomen bij het uitruimen van moeders appartement? Een vlecht die ze had bewaard toen haar dochter voor het eerst haar lange haar afknipte. Moeders doen dit soort dingen. Dochters ook.
Maar de vlecht zag er niet uit als een relikwie uit de jaren tachtig.
Het haar was eerder van een modern meisje dat haar haar wilde schenken aan een pruikenmaker, voor mensen met kanker. Het liefst kinderen – nee dat bedoel ik niet, ik wil helemaal niet dat kinderen kanker krijgen –, maar als ze ziek worden, hebben ze haar nodig. Een klein beetje haar in dit geval, de vlecht was niet zo lang. Blijkbaar had het meisje niet langer kunnen wachten met haar goede daad, en nu lag die op straat.
Of misschien was het niets emotioneels, gewoon een volwassen vrouw die tegen haar kapper had gezegd – er zat een goede kapperszaak vlakbij – ‘knip het er maar af, ik ga lekker kort’. In de stiekeme hoop dat haar man dit keer wél zou opmerken dat ze bij de kapper was geweest. En als hij niets zou zeggen, dan zou de ze de vlecht op haar kussen achterlaten bij het opstaan, als grap.
Nee, er is niets niet-emotioneels aan een verloren vlecht.